Interactie tussen genen en omgeving in het onderwijs: de impact van schoolkwaliteit en standaardisering schooladvies

Project gehonoreerd in de MAG-call 2019
Onderzoekers: Dr. Antonie Knigge (Universiteit Utrecht), Prof. Dr. Ineke Maas (Universiteit Utrecht / VU Amsterdam), Kim Stienstra, MSc (Universiteit Utrecht)

Omdat onderwijs grotendeels bepalend is voor inkomen, gezondheid en andere essentiële leefomstandigheden, is men het erover eens dat toegang tot onderwijs onafhankelijk zou moeten zijn van sociaaleconomische afkomst. Toch neemt (onderwijs-)ongelijkheid toe. Onderzoek laat zien dat Nederlandse kinderen die even slim zijn geen gelijke kansen hebben om goed te presteren op school.

Met conventionele sociologische modellen is het moeilijk te onderzoeken in welke schoolomgevingen leerprestaties meer afhangen van talent en minder van familieachtergrond. Het is namelijk erg lastig om ‘talent’ en ‘familieachtergrond’ te meten, en bovendien om beide van elkaar te onderscheiden. Dit project pakt het anders aan en gebruikt een speciale variant van tweelingenonderzoek om dit probleem te omzeilen. Door informatie te gebruiken over tweelingen van hetzelfde en verschillend geslacht, is het mogelijk om genetische en gedeelde omgevingsinvloeden te ontwarren.

De onderzoekers zullen hiervoor CBS-microdata gebruiken die betrekking hebben op de schoolcarrières van tweelingen die hun middelbareschooladvies kregen tussen 2006 en 2018 en de sociaaleconomische karakteristieken van hun ouders. Deze data zullen zij aanvullen met informatie over de schoolomgeving van de Onderwijsinspectie en van DUO. Op deze manier zullen zij de vraag beantwoorden hoe schoolkwaliteit en de standaardisering van het schooladvies de impact van genen en familieachtergrond op de onderwijsuitkomsten van Nederlandse kinderen beïnvloeden.

Afbeelding: Onderwijsgek voor Wikimedia via CC BY-SA 3.0